Taal en ik

want zonder taal is een mens niet


Dat ik Taal- en Letterkunde zou gaan studeren, was voor mij al vroeg een uitgemaakte zaak. Wel had ik moeite met kiezen: wou ik Frans studeren, of toch liever Engels? Ik deed het allemaal even graag. Uitendelijk viel de keuze op Engels en Nederlands, en daar heb ik nog geen seconde spijt van gehad. Frans is nu een liefhebberijtje en elk jaar, op vakantie in Zuid-Frankrijk, kan ik nog genieten van het babbeltje met de locals bij een café alongé.

Mijn taalverhaal

Zoals je al kon lezen in mijn autobiografie, spreek ik thuis Nederlands. Ik ben niet tweetalig, al vind ik dat een groot gemis! Stiekem ben ik altijd al jaloers geweest op polyglotten want wat is er handiger dan zonder nadenken vloeiend meerdere talen spreken? Dat was ook mijn ambitie toen ik Taal- en Letterkunde ging studeren.

Het Nederlands dat ik van thuis meekreeg is, in tegenstelling tot wat je zou denken, ook een gewone vorm van tussentaal zoals jij ze spreekt. Straffer nog: met mijn grootmoeder spreek ik een aardig mondje Boechouts! Voor dat nette AN kregen we dan ook uitspraakles op de unief want nee, ook ik geef grif toe dat je in de lessen Nederlands in het middelbaar echt geen AN leert spreken.

In de ideale wereld zou ik vlot Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Italiaans beheersen, maar dit is niet de ideale wereld. Frans spreek ik nog vloeiend - de liefde voor die taal ben ik nooit kwijt geraakt. Duits begrijp ik helaas beter dan ik het spreek. Toen ik op huwelijksreis ging naar Italië heb ik wat Italiaans gestudeerd maar daar is jammer genoeg weinig van blijven hangen. En Spaans spreek ik wel een beetje, al heb ik het nooit bewust aangeleerd. Mijn talenknobbel is dus hongerig naar kennis maar de tijd om die honger te voeden ontbreekt. Pizza bestellen kan ik wel degelijk in elk van deze talen (en vloeken ook, vreemd genoeg)!

COLUMN - Ik ben een zalm

Of ik een kalkoenlapje of zalmfilet wou, werd me onlangs gevraagd toen ik bij familie ging avondeten.

Ondertussen eet ik al ongeveer vijf jaar vegetarisch en waar het kan veganistisch. Dat kost me hoegenaamd geen moeite, tenzij ik me aan tafel bevind met mensen die een ander wereldbeeld hebben. Ergo: dat kost me zeer vaak moeite.

Feit: de vleesindustrie is verantwoordelijk voor 51% van de globale uitstoot van broeikasgassen. Nog een feit: landbouw (grotendeels bestemd voor veevoeder) is goed voor ongeveer 80% van onze waterconsumptie. En tot slot: 45% van de totale aardoppervlakte wordt ingenomen door vee in functie van onze voedselconsumptie. Deze kennis is al lang niet meer het monopolie van enkele hipsters die met "Cowspiracy" dwepen. Maar let's face it: als deze cijfers indruk zouden maken, was iedereen al lang veganist geworden. Waarom blijft dat kalkoenlapje of die zalmfilet dan zo hardnekkig op elk menu pronken?

Mensen zijn gewoontebeestjes. Eens een patroon is ingeslepen, is het proces om dat patroon te overschrijven met een nieuwe gewoonte langdurig en intensief. Zo gaat het ook met de consumptie van dierlijke producten: we zijn zo opgegroeid en dus is vlees en vis consumeren een diep ingeslepen patroon. Daar verandering in brengen moet een bewuste, positieve keuze zijn, die wordt gerespecteerd door je omgeving. Het vergt veel moed om als een zalm in te zwemmen tegen de stroom. Want net daar wringt het schoentje: wat levert jouw persoonlijke offer je op als we niet collectief hetzelfde doen?

Ik stopte met vlees en vis eten omdat ik me simpelweg bewust werd van de impact ervan op de planeet, niet omdat ik me met alle macht probeerde in te beelden dat ik mijn huisdier aan het opeten was of omdat ik plots documentaires over milieu-impact begon te bingen. Mijn kennis over het onderwerp vergrootte en ik wou het gewoon beter doen. Dat stoppen ging niet van de ene dag op de andere: ook ik ben opgegroeid met gehaktballetjes, spek met ei, gegrilde zalm en 1 + 1 gratis kipfilet (urgh, het idee alleen al). Vooral kaas opgeven is waar ik ook vandaag nog de meeste moeite mee heb. Het is exact die struggle die ik mijn kinderen wil besparen: ik voed hen vegetarisch en milieubewust op in de hoop dat leven met respect voor onze aarde voor hen geen aanpassing moet zijn, maar de normale situatie.

Ik ben geen moraalridder die op elk feestje boel gaat zoeken wanneer er vlees of vis (of dierlijke producten, for that matter) wordt geserveerd. Don't get me wrong: ik ben trots op vrienden die dat wel doen, maar zelf heb ik de courage niet. We moéten niet allemaal veganistisch gaan eten om wat liever te zijn voor onze planeet. Mínder vlees en vis eten zou al héél veel helpen. Maar voor we met zijn allen onze gewoonten gaan aanpassen, moeten er blijkbaar wel eerst genoeg geitenwollensokken foodies het voorbeeld geven door full-on plantaardig te eten. Thank god dat restaurants zoals Camionette tonen dat ook plantaardig eten high-end kan zijn. Misschien hebben we dan toch op een dag geen kalkoenlapje of zalmfilet meer nodig. Maar tot dan kies ik spreekwoordelijk voor zalm.

Taal in de realiteit

De versoepeling van de als/dan-regel, of hoe iedereen wel op regels vloekt maar niemand aan heilige huisjes wil raken.

Dit artikel, dat zich situeert in het syntactische domein van de taalkunde, nuanceert de polemiek die eerder ontstond: de ANS zou de grammaticaregels versoepeld hebben. Het hele land stond op zijn kop maar wat pas later werd gecommuniceerd was het verschil tussen een descriptieve en een normatieve grammatica: de ANS beschrijft slechts wat wij als taalgebruiker met onze taal doen, hij legt geen regels op. Dat is vooralsnog het privilege van de Taalunie.

Bosch, V. (2021, 24 april). Groter als/groter dan? Heisa berust op misverstand. De Standaard. https://www.standaard.be/cnt/dmf20210423_97739350


Gesproken taal, het armoedige vehikel van onze echte boodschap.

Bosker en Peeters onderzochten het effect van handgebaren op de boodschap. Zoals steeds blijkt ook hier: louter taal dekt de lading niet - zonder het juiste handgebaar kan een boodschap fout geïnterpreteerd worden. Dit experiment past zowel binnen de psycholinguïstiek als binnen de sociolinguïstiek.

Zijlmans, M. (2021, 5 april). Met deze gebaren maken we duidelijk wat we écht willen zeggen. De Morgen. https://www.demorgen.be/tech-wetenschap/met-deze-gebaren-maken-we-duidelijk-wat-we-echt-willen-zeggen~b29ae1f8/

De afscheidsspeech

Beste promovendi en promovendae

Vandaag slaan jullie de bladzijde om. Het laatste woord is geschreven, de laatste punt is gezet, het hoofdstuk is af. De ontknoping ervan is ietwat bijzonder te noemen, alsof we de ene roman ergens halverwege hebben dichtgeslagen om het einde in een ander boek te lezen. Gelukkig is jullie verhaal nog lang niet ten einde en vanavond beginnen jullie aan een nieuw hoofdstuk. 

Het is een hoofdstuk waarvan je de plotontwikkelingen grotendeels zelf bepaalt. De een kiest voor een rustig kabbelend verloop, de ander belandt misschien in een thriller van formaat. Hoe het ook zij, vervelen zal je verhaal vermoedelijk nooit.

Het is een hoofdstuk dat zal bevolkt worden door personages van een erg divers allooi. Misschien neemt je studentenleven zelfs proporties aan die een roman van Tolstoj nog eenvoudig doen lijken! Een ding is zeker: jij wordt de protagonist, verteller én auteur tegelijk.

Het is een hoofdstuk waarin je een flashforward krijgt naar de toekomst die je wacht. Je zal ploeteren, je zal vloeken, je zal zwoegen. Maar je zal ook lachen, je zal genieten, je zal leven met hoofdletter L. Zo nu en dan zal je overvallen worden door een flashback naar dit hoofdstuk, en dan pink je misschien weemoedig een traan weg.

Vanavond is jullie happy end. Nu is het tijd om zelfstandig de pen ter hand te nemen. Je schrijft verder zonder redacteur, zonder editeur, zonder ghostwriter. En al hoef je vanavond niet meteen een signeersessie uit te zitten, je lezerspubliek heeft er in ieder geval een aantal trouwe fans bij.

©2022 Evelyn Wellens. Sint-Ludgardisschool Merksem
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin